Overleg:Grootheid
grootheden
De derde categorie betreft de grootheden. Dit zijn begrippen die niet alleen een naam hebben, maar ook een waarde en een eenheid. Bovendien ligt er een economische notie aan ten grondslag die de juiste betekenis behelst.
De essentie van een grootheid is dat er een getal aan te koppelen is, dus een waarde. Voor de berekening is een operationele definitie nodig, dus een handelingsvoorschrift om aan te geven hoe die waarde toegekend of berekend moet worden.
Om dat getal betekenis te geven, is het doorgaans mogelijk er een woord (de naam) aan te koppelen dat op formele wijze is te definiëren.
Doorgaans. Soms getroost men zich niet de moeite om alle tussenresultaten een eigen naam te geven. Er is dan wel een economische notie die de betekenis omhelst, maar geen naam. (zie bijv. model E uit het BMJ).
Grootheden hebben ook een eenheid ofwel een dimensie. Deze geeft aan hoe een grootheid is opgebouwd en geeft, net als bij de natuurkunde, een toelichting op de aard van het begrip.
Zo is de prijs van een goed uitgedrukt in euro per stuk , euro per liter of euro per kg. Voor het gemak zeggen economen dan dat de prijs is uitgedrukt in euro, maar een technicus weet wel beter (Zie overzicht eenheden).
Formele begrippen
Formele begrippen zijn abstracte, c.q. theoretische begrippen, die niet verwijzen naar direct waarneembare verschijnselen maar berusten op afspraken tussen mensen.
Deze afspraken zijn vastgelegd in definities en helaas maken mensen soms afspraken met zichzelf, waardoor de definities niet altijd op elkaar aansluiten.
Uit het citaat dat bovenaan deze pagina staat, blijkt dat de leerling niet in staat is om het concept resultatenoverzicht helder voor de geest te halen. Hij onderkent de economische notie van het begrip niet.
Termen als uitgaven en kosten lopen bij deze leerling dooreen, koppeling van uitgaven aan ontvangsten en van kosten aan opbrengsten zijn nog niet doorgedrongen en het verschil tussen opbrengst en verkoopresultaat is evenmin helder.
De kunst van het onderwijs is om leerlingen te helpen hun eigen mentale voorstelling van een begrip om te vormen tot een juiste conceptuele voorstelling.
Dus een voorstelling die over-eenkomt met de gemaakte af-spraken, c.a. de geldende defi-nities.
Het is dan wel van belang dat die definities helder en eensluidend zijn en dat deskundigen deze niet slordig gebruiken.
Empirische begrippen
Om vast te stellen welke woor-den belangrijk zijn voor de bedrijfseconomie is het classi-ficeren van die woorden van belang.
Voor het classificeren zijn ken-merken nodig. Kenmerken die het mogelijk maken om catego-rieën te formuleren.
Zo zijn termen als grondstoffen, halffabrikaat, eindproduct, duurzame activa, vlottende activa en debiteuren te omschrijven op basis van kenmerken.
Met behulp van voorbeelden is te toetsen of leerlingen / studenten in staat zijn om op correcte wijze tot een classificatie te komen.
Een gebouw behoort tot de duurzame activa indien het eigendom is van de onder-nemer en het gebouw in gebruik is om goedeen of diensten te produceren.
Een goede classificatie is echter alleen mogelijk bij natuurlijke, c.q. empirische begrippen.
Dit zijn begrippen die verwijzen naar direct waarneembare ver-schijnselen, zoals ijzererts, plaatstaal, lantaarnpaal, gebouwen, etc.